Opgave: Ontwerp van een museum aan de oever van de Rijn in Arnhem waarin 23 sculpturen tentoongesteld kunnen worden. Het museum moet vanuit de specifieke eigenschappen van één materiaal ontworpen worden.
Docenten: Job Floris en Remco Bruggink
AvB Arnhem

Als materiaal heb ik gekozen voor multiplex. Dit omdat het in zijn verschijning een heel mooi materiaal is, maar ook omdat het ontzettend sterk is. Multiplexplaten zijn opgebouwd uit verschillende lagen fineer welke haaks op elkaar verlijmd zijn. Hierdoor is het materiaal sterker dan massief hout wat tot gevolg heeft dat ontzettend mooie ranke constructies mogelijk zijn.

Mijn uitgangspunt voor het ontwerp was het zoveel mogelijk beperken van het materiaalgebruik en het gebruik maken van de standaard plaatafmetingen waarin multiplex geleverd wordt. Het materiaalgebruik heb ik beperkt door een optimale constructie te kiezen. Het hoofdelement is een spant van 60mm dik en 1,2m hoog welke 15m overspant. Deze spanten, welke 1,2m uit elkaar staan, worden onderling verbonden door multiplex platen welke de zijwaartse krachten opvangen.

Langs de Rijn bij Arnhem staan op diverse plekken hallen die bijvoorbeeld voor agrarische toepassingen gebruikt worden. Ik heb ervoor gekozen deze typologie over te nemen waarin de multiplex spanten de bouwsteen zijn voor de rest van het gebouw. De hoofdvorm bestaat uit vier stroken welke loodrecht op de rivier staan. Om te voorkomen dat er een voor de hand liggende lineaire routing zou ontstaan heb ik enkele transformatieregels opgesteld. Zo is het toegestaan spanten te verwijderen of te verschuiven in een vast stramien. Hierdoor ontstaan bijzondere doorgangen met interessante kijklijnen door het gebouw en patio’s. Het daglicht komt afwisselend binnen door lichtstraten (met matte beglazing, in een stramien) in het dak en enkele glasstroken in de gevel.

Het museum bestaat zoals gezegd uit vier hallen. De meest rechtse is gereserveerd voor de ondersteunende functies van het museum zoals kantoren, beveiliging, een depot en een werkplaats. De bezoeker komt het museum binnen in de tweede strook. Door het veranderen van de oriëntatie van de spanten en een glazen luifel wordt deze entree benadrukt. In de foyer is de kassa en de garderobe gesitueerd. Vanaf hier begint de bezoeker zijn toch langs de 23 kunstwerken. Op enkele plekken is het mogelijk van route te switchen wat zorgt voor enige vrijheid. Aan de achterzijde van het gebouw zijn een restaurant en het auditorium gevestigd. Beide hebben over de Rijn zicht op de stadscontouren van Arnhem. Het vervolg van de route eindigt bij de museumshop waar bijvoorbeeld boeken en posters verkocht zouden kunnen worden.

Omdat enkele sculpturen dusdanige afmetingen hebben dat ze niet in het museum geplaatst kunnen worden is hier ruimte voor in de patio’s en aan de voorzijde van het gebouw.

Het geheel vormt uiteindelijk een helder, ruimtelijk en overzichtelijk museum waarin de architectuur de kunstwerken in zijn waarde laat. Door de natuurlijke uitstraling van het materiaal voegt het museum zich perfect in het groene gebied langs de Rijn maar midden in de stad.